Uitleg van het begrip ‘een wezenlijk deel van de activiteiten’
Er geldt een aantal criteria waaraan een (NL IGA: niet-Amerikaanse) entiteit die geen FI is, moet voldoen om als actieve NFE te worden aangemerkt (sectie VIII.D.9.d CRS, het CRS-commentaar op Sectie VIII.D.9.d, punt 130, en onderdeel VI.B.4 van Bijlage I NL IGA). Een van de criteria is dat een wezenlijk deel van de activiteiten van de NFE bestaat uit het geheel of gedeeltelijk aanhouden van de geplaatste aandelen in, of het verstrekken van financiering of diensten aan (...). In dit verband betekent een ‘wezenlijk deel van de activiteiten’ dat 80% of meer van de activiteiten van de NFE moet bestaan uit de onder letter d van Sectie VIII.D.9 CRS en onder letter e van onderdeel VI.B.4 van Bijlage I NL IGA omschreven activiteiten van de NFE. Als de holdingactiviteiten en/of het verschaffen van financiering of diensten van de NFE aan (klein)dochterondernemingen minder dan 80% inhouden, maar de NFE wel actief inkomen verkrijgt uit andere bron(nen), dan kan de NFE toch gekwalificeerd worden als actieve NFE. De totale activiteiten moeten dan voldoen aan de ‘wezenlijk deel’-toets. Om te bepalen of andere activiteiten dan holding- of financieringsactiviteiten de NFE kunnen aanmerken als actief, moet de NFE de toets genoemd in Sectie VIII.D.9.a (wat de CRS betreft) of in onderdeel VI.B.4.a van Bijlage I NL IGA toepassen. Een NFE kan bijvoorbeeld holdingactiviteiten verrichten en/of financiering en diensten verstrekken voor 60% en tegelijkertijd voor 40% functioneren als een groepsdistributiecentrum en de inkomsten daaruit actief zijn. Er is dan sprake van een actieve NFE ook al bestaat minder dan 80% van de activiteiten uit holdingactiviteiten en/of het verstrekken van financiering en diensten aan een of meer (klein)dochtermaatschappijen (sectie VIII.D.9.a CRS en onderdeel VI.B.4.a van Bijlage I NL IGA).
(Sectie VIII.D.9.d CRS en het CRS-commentaar op Sectie VIII.D.6 tot en met 9, punt 130 en onderdeel VI.B.4.e van bijlage I NL IGA.)